Jaargang 46 nr. 1, februari 2025
Vrijheren en – vrouwen van Heenvliet
Wij zagen de vorige keer dat Charles Henry van Kerckhoven de heerlijkheid van Heenvliet verkocht aan Johan François van Schagen (1634-1680), vrijheer van Heenvliet en Schengen. Deze werd in 1672 ook Ruwaard van Putten als opvolger van de vermoorde Cornelis de Witt. Na zijn overlijden werd de heerlijkheid bestuurd door zijn weduwe Anna van Zevender van Kenenburg (1636-1716) en in 1691 overgedragen aan hun zoon Jacob Frederik baron van Beijeren van Schagen (1662-1724).
Schoolherinneringen VIII
Oudercommissie
Natuurlijk was aan de school ook een oudercommissie verbonden. Van de oudste samenstelling herinnert Felix van Hoorn zich de dames Brester, Vijgeboom en Letterman en de heer van Zanten. En dan was er natuurlijk de heer Jan Plooster. Met zijn grote gezin was hij al jaren voorzitter en zou dat ook nog blijven tot tenslotte ook zijn zoon Kees ‘van school’ ging.…
Oorsprong van de Geervlietse tol
In het jaar 1167 wordt in het Vlaamse Brugge een verdrag gesloten dat een einde maakt aan een oorlog tussen Holland en Vlaanderen. Eén van de aanleidingen voor deze oorlog was een tol bij Geervliet. De eerste schriftelijke vermeldingen van een ‘tol bij Geervliet’ en ‘Geervlietse tol’ in oorkondes stammen uit deze periode, maar de tol zelf bestond al langer.
In welke historische context is deze tol ontstaan en hoe heeft deze tol uiteindelijk mede geleid tot de oorlog tussen Holland en Vlaanderen en het verdrag in 1167? En ook niet onbelangrijk, kloppen dan alle jaartallen die worden genoemd in relatie tot de Geervlietse tol?
De post moet bezorgd
De postbezorging werd door de eeuwen heen door veel verschillende personen en organisaties gedaan. Aan het begin van de jaartelling begint het met de Romeinse postdienst: Cursus publicus. Tijdens de middeleeuwen werden postdiensten voornamelijk uitgevoerd door koeriers te paard of te voet. Deze koeriers, ook wel estafettes genoemd, vervoerden brieven en boodschappen tussen steden en dorpen. In de 17e, 18e en 19e eeuw was de postkoets of diligence een veelgebruikt vervoersmiddel voor reizigers over langere afstanden. Hoewel er ook post mee werd vervoerd, slaat de term ‘post’ in koets niet op poststukken, brieven of kaarten, maar op wisselposten langs de route, waar verse paarden werden voorgespannen. Tot ca. 1795 was het voor de gewone burger die een brief wilde sturen gebruikelijk om deze mee te geven aan een ‘bekende’ reiziger. Na verloop van tijd kwam de brief dan vanzelf bij de geadresseerde aan.
Bakken en bouwen
Veldovens voor de stadsmuur van Geervliet
Al ver voor het begin van onze jaartelling was in Azië het gebruik van baksteen voor bouwwerken bekend. De Romeinen gebruikten – ook in ons land – van klei gebakken stenen. Waar natuursteen van ver moest komen en moeilijk te bewerken was, vormden bakstenen een goedkoop en duurzaam bouwmateriaal. Na het vertrek van de Romeinen raakte deze bouwmethode weer in onbruik, om halverwege de 13de eeuw herontdekt te worden. Het waren eerst vooral monniken die bakstenen gebruikten voor de bouw van hun kloosters. De stenen, met een formaat van 28 x 10,5 x 8 cm, kregen dan ook de naam kloostermoppen.
’t Geervlietse welvare
Beurtschipper Maarten Prins en ‘De Drie Gebroeders’
Het beurt- of marktveer vormde eeuwenlang een van de belangrijkste (water)verbindingen tussen twee of meer steden. De beurtvaart was gebonden aan regelgeving, kende een vaste dienstregeling en was bedoeld voor het vervoer van zowel passagiers als vracht. In Geervliet verzorgde Maarten Prins bijna dertig jaar deze verbinding met Rotterdam en Dordrecht. In feite was dit een van de eerste vormen van openbaar vervoer. De beurtschipper was bij allen bekend en vormde in veel opzichten een belangrijke schakel, bijvoorbeeld ook als postbode.