Vraag:

Hebt u misschien informatie over Arie Cameraat (1702-1784)?
Hij scheen destijds in Oud-Hoenderhoek een “grote boer” te zijn.

Fam. Cammeraat
Juli 2020

Antwoord:

Arie Thomasz Cameraat (ook Cammeraat) werd in 1702 geboren te Almkerk en daar op 9 nov. gedoopt.

Ten tijde van zijn huwelijk woonde hij in Nieuw Beijerland.

Hij trouwde te Geervliet op 7-3/10-3-1738 met Commertje Prooije, dochter van een gegoede boer te Geervliet en ook verwant aan de rijke boerenfamilie Fonkert. Hij was ook schepen en grootarmmeester.

Vermoedelijk komen zijn Biertse boerderij en zijn landerijen in Oud-Hoenderhoek van zijn vrouws familie.

Dat huis te Biert staat omschreven als: huis, schuur, wagenhuis en erf samen 219 roede op kaartnr. 116 aan het eind van de Biertsedijk aan de Biertse Boezem bij de stenen heul, kohier der huizen nr. 7.

In 1739, 1750 en 1752 koopt hij land in Oud-Hoenderhoek bij, resp. 8 gemet, 4 gemet 26 roe, 11 gemet 178 roe en 6 gemet 254 R (een gemet is ca. 1/2 ha).
Uit een akte van na zijn overlijden blijkt hij alleen al in Oud-Hoenderhoek ruim 45 gemet te bezitten.

Arie was in Biert schepen en armmeester.

Hij overleed te Biert op 29 december 1784.

Zijn oudste zoon was Cornelis. Deze vertrok naar Benthuizen, waar hij boerde op de Benthorn.

Cornelis (geh. met Lena v.d. Arend) heeft kennelijk minder goed geboerd dan zijn vader. Hij heeft grote schulden aan Andries Joseph Polak, joods koopman in Rotterdam (opgelopen tot f 14.613)
In 1790 verklaart het gerecht van Leiden de boedel ‘desolaat’ en stelt een curator aan. De bezittingen in Putten gaan naar de schuldeiser, die alles al snel doorverkoopt aan een Geervlietse grootgrondbezitster.

De kinderen van Cornelis’ drie zusters hebben het nakijken. Waar niet is….